Hem, van der, Piet


Ets van de oude Jodenbuurt in Amsterdam. Van der Hem was veel in de volksbuurten te vinden om er het straatleven in beeld te brengen. Losbladig met beeldmaat 14,5 cm x 17,5 cm. Bladmaat 22 cm x 27 cm. Met potlood gesigneerd.

Piet van der Hem
Wirdum 09-09-1885 – Den Haag 24-04-1961

Pieter (Piet) van der Hem was een Nederlands schilder, tekenaar en boekbandontwerper. Op twaalfjarige leeftijd wees geworden, kwam Piet van der Hem in mei 1897 in huis bij zijn grootmoeder in Huizum, een dorp onder de rook van Leeuwarden. Na vier jaar de Rijks-HBS in de Friese hoofdstad te hebben bezocht, besloot hij zich verder als kunstenaar te bekwamen. In september 1903 vertrok Van der Hem naar Amsterdam om daar aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid te studeren. Drie jaar later behaalde hij er de akte middelbaar tekenen. Nog tijdens deze studie volgde hij avondlessen bij August Allebé, directeur van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Van 1905 tot 1907 deed hij de dagopleiding aan de Rijksacademie, waar hij onder meer les kreeg van de schilder Nicolaas van der Waay en de graficus Pieter Dupont.
In september 1907 vertrok Van der Hem naar Parijs. Een koninklijke subsidie stelde hem in de gelegenheid om daar tot de zomer van 1908 in een atelier op Montmartre te werken. Hij maakte een groot aantal tekeningen en schilderijen van het straat- en uitgaansleven in de Franse hoofdstad. Van der Hem werd gefascineerd door de glamour van het Parijse nachtleven. Na zijn terugkeer in Amsterdam in 1908 was Van der Hem veel in de volksbuurten te vinden om er het straatleven in beeld te brengen. In het voorjaar van 1909 kon hij zijn werk presenteren op de tentoonstelling van de schilder vereniging ‘Sint Lucas’ in het Stedelijk Museum. Dit debuut op een expositie die door een groot publiek als een graadmeter voor de ontwikkeling van de moderne kunst werd gezien, was voor zijn beginnende kunstenaarsloopbaan van grote betekenis. Van der Hem vond zijn onderwerpen vooral in het mondaine uitgaansleven en hij reisde graag en veel. In Parijs, Rome, Madrid en Moskou schilderde hij het leven op straat en in de cabarets, danspaleizen en music-halls.
In 1918 vestigde Van der Hem zich in Den Haag. Vanaf dat moment legde hij zich vooral toe op de portretkunst. Daarmee kwam er een einde aan zijn vrije werk, want voortaan schilderde hij – afgezien van enkele taferelen gewijd aan zijn hobby, de jacht – nog vrijwel uitsluitend in opdracht. Dit besluit zal waarschijnlijk zijn ingegeven door een gebrek aan motivatie. Van der Hem was namelijk geen kunstenaar die in isolement kon werken, zonder de respons en waardering van een publiek. Door zich in het schilderen van portretten te specialiseren, wist hij zich daarvan opnieuw verzekerd. Daarnaast zal zijn eeuwige angst voor geldnood hierbij tevens een rol hebben gespeeld. De eerste jaren van zijn carrière waren ontzettend succesvol voor Van der Hem, maar na een aantal jaren verslapte dit. Zijn verhuizing naar Volendam leek niet geheel uit vrije wil te zijn geweest. Hij verkeerde in moeilijkheden; qua atelier en levensonderhoud. Alida Spaander bood hem eten en onderdak. Hij vond het moeilijk om aansluiting te vinden bij de stugge Volendammers. Sinds het begin van zijn carrière deed hij als nevenactiviteit illustratiewerk voor kranten, tijdschriften en boeken. Verder ontwierp hij een groot aantal affiches.